Brandweerman Mike
‘Je doet wat je kunt’
Al ruim dertig jaar werkt Mike de Laat (61) uit Oostwold bij de brandweer. In die jaren maakte de Groningse brandweerman heel wat mee. Hoe gaat een mens daarmee om?
Hij kan het zich dertig jaar later nog goed herinneren, die ene zomerdag in Numansdorp. Mike – roepnaam Michael – de Laat liep stage op de brandweerpost in Dordrecht, toen er een oproep uit het dorp een uur verderop kwam. Gek, want bij spoed ben je dan vaak al te laat. De oproep ging over een Amerikaans meisje van 8, die met haar ouders op vakantie was in Nederland. Ze was van het gehuurde jacht afgevallen, zo het water van het Hollandsch Diep in. “Dan weet je dus op het moment dat je de brandweerauto instapt, dat je een overleden meisje uit het water gaat halen. Twee collega’s van mij met kinderen in dezelfde leeftijd als het meisje, zijn uiteindelijk het water ingegaan. Gelukkig bleek haar lichaam niet meegestroomd te zijn en hebben ze haar gevonden. Ontzettend indrukwekkend. Vooral ook de terugreis met de verhalen van mijn collega’s over hun ervaringen tijdens het zoeken. Toen wist ik dat we heel goede dingen doen. Ik vond het fijn dat ik een luisterend oor kon bieden en merkte hoe belangrijk dat eigenlijk is.”
Advertentie voor de Rijksbrandweeracademie
Brandweerman worden was geen jongensdroom. Sterker nog, Mike was rond de 30 toen zijn oog viel op een krantadvertentie van de Rijksbrandweeracademie. De academie was op zoek naar officieren. Hoewel hij een vaste baan had als bouwkundige, trok de advertentie toch zijn aandacht. Hij gaf zich – net als 600 anderen – op voor de reeks testen in de Jaarbeurshallen in Utrecht. “We moesten assessments afleggen en testen voor onze lichamelijke gesteldheid”, somt hij op. “We werden flink doorgelicht. Er werden vijftien mannen en vrouwen aangenomen, ik eindigde als zestiende.”
Hij gaf echter niet op en probeerde het een jaar later weer. “Het was onbewust een doel geworden. En de sfeer een jaar eerder was me goed bevallen.” Dit keer slaagde hij wel. Na anderhalf jaar een interne opleiding te hebben gevolgd mocht hij écht aan de bak.
Indrukwekkende verhalen
De brandweerman werkte – voordat hij op de kazerne in Groningen terechtkwam – in onder meer Leeuwarden, Harlingen en Hoogezand-Sappemeer. Daar had hij verschillende functies, zoals Officier van Dienst, Commandant en Meetplanleider. “Een Meetplanleider brengt wanneer er gevaarlijke stoffen zijn vrijgekomen, de verspreiding in kaart en geeft eventueel het signaal om ramen en deuren te sluiten”, legt hij uit. Daarnaast is hij teamleider van het team dat toezicht houdt op de brandveiligheid van gebouwen. “De bouwkundige in mij heeft in mijn werk bij de brandweer doorlopend een rol gespeeld”, lacht hij.
‘Het belang van
een luisterend oor’
Terugblikkend op zijn carrière komt verhaal na verhaal voorbij. Het één nog indrukwekkender dan het andere. “Toen ik commandant bij de brandweer in Harlingen was, rukten we uit voor een woningbrand aan de rand van de stad. Het slachtoffer – een man – was daarbij voor meer dan 60 procent verbrand geraakt. De ambulance was er nog niet, dus ik heb hem in bad gezet en met lauw water gespoeld. Stond ik daar een naakte man te koelen”, denkt hij terug. “Helaas is de man later aan zijn brandwonden overleden. Je weet eigenlijk al dat dat gaat gebeuren als iemand zo verbrand is, maar je doet wat je kunt.”
Als er een slachtoffer te betreuren is bij bijvoorbeeld een ongeval of een brand, geldt sinds de jaren 90 het traumanazorgprotocol van de brandweer. “Vroeger gingen we als er iets heftigs was gebeurd, weleens gezamenlijk een biertje drinken. Gezellig, maar de vervelende ervaringen bleven dan onbesproken”, legt Mike uit. “Terwijl er gebeurtenissen zijn waar je echt even met elkaar over moet praten. Zo probeer je het samen een plek te geven. En is dat niet genoeg? Dan is er altijd een mogelijkheid om zowel intern als extern er nogmaals over te praten.”
‘Overspannen? Dat kan niet’
“Ja, je maakt wat mee”, vat hij samen. Of hij last heeft van alles wat hij die jaren heeft gezien en meegemaakt? Over die vraag hoeft hij niet lang na te denken. “Nee, ik heb er niet zoveel last van. Ik kan het vaak niet meer veranderen, heb geen invloed op een situatie die al plaatsgevonden heeft. Ik heb geluk dat ik zo in elkaar zit. Dat scheelt veel”, vertelt hij. Toch is er ook een moment geweest dat het voor hem allemaal even te veel werd. “Ik ben er weleens een half jaartje tussenuit geweest”, bekent hij. “Alle stoppen waren doorgeslagen. Er gebeurde te veel – ook privé – en alles was even te veel. Ik overspannen? Dat kan niet, dacht ik. Wel dus.”
Het heeft ervoor gezorgd dat nu het laatste deel van zijn carrière is aangebroken, hij regelmatig nadenkt over hoe hij die laatste jaren wil invullen. “Ik wil niet tot mijn 67ste volop door”, vertelt hij eerlijk. “Wil nog één keer iets anders doen. Misschien in combinatie met mijn werk bij de brandweer.” Daarom is hij Mikeluistert gestart, waarmee hij als luistercoach mensen die overwerkt zijn helpt. “Ik wil mensen helpen, maar ook directer en meer op mijn manier.”