Zo’n 30 procent van de patiënten haalt na een operatie niet meer zijn of haar oude niveau. Maar hoe fitter je een operatie ingaat, hoe kleiner die kans. Daarom zet programmamanager Geert van der Sluis van ziekenhuis Nij Smellinghe in Drachten vol in op prehabilitatie. Dat betekent dat patiënten zich zo goed mogelijk voorbereiden op een operatie, waardoor ze sneller en beter herstellen.
“Een operatie is als het lopen van een marathon”, begint de programmamanager Onderzoek en Innovatie. “Dat heb je vaak niet door, want je slaapt. Maar je lijf levert echt een topsportprestatie.” Toch bereiden we er ons volgens Van der Sluis heel anders op voor. “De inspanning is gelijk, maar de voorbereiding verschilt compleet. Een topsporter zorgt voor voldoende beweging, gezond eten en drinken en een goede nachtrust. Mensen die geopereerd worden kopen een nieuwe pyjama en zorgen dat hun werk overgedragen is.”
Fitheid in kaart
Daarom pakken ze dat binnen het programma geheel anders aan. Vooraf wordt de fitheid van de patiënt – zowel fysiek als mentaal – volledig in kaart gebracht: “We luisteren, stellen vragen en kijken naar behoeften en wensen. Wat voor werk doet de patiënt? Hoe brengt iemand zijn vrije tijd door? En wat voor invloed kan de operatie daarop hebben?”
Bijna 1 op de 3 patiënten keert na een operatie niet terug op het oude niveau. Het levert uitval op werk op of moeite met het behalen van sportieve prestaties die eens zo vanzelfsprekend waren. “Daarom is het belangrijk om vooraf te meten wat iemand kan en doelen op te stellen. Samen kijken we vervolgens of iemand vooraf hulp nodig heeft, bijvoorbeeld van een diëtist of een fysiotherapeut.”
Ook vooraf aandacht voor re-integratie
Als voorbeeld noemt hij mensen met knieartrose. Tijdens een operatie krijgen zij een knieprothese. “We zien dat de helft van de patiënten een half jaar na de operatie nog niet weer aan het werk is. Na een jaar geldt dit nog voor 30 procent.” Zonde, vindt Van der Sluis. “Onze promovendus Daniël Strijbos laat heel andere cijfers zien als er meteen na de diagnose en tijdens de revalidatie aandacht is voor het terugkeren in het arbeidsproces. Sterker nog, deelnemers van onze onderzoeksgroep waren gemiddeld binnen 14 weken weer aan het werk.”
De resultaten zijn dan wel verbluffend, de praktijk is er niet op ingericht. Volgens Van der Sluis komt dat grotendeels doordat het gezondheidsstelsel (nog) te veel gericht is op ziekte in plaats van op gezondheid. “Veel zorg wordt pas gefinancierd als er een indicatie is. Dus achteraf en niet preventief.”
Rol voor zorgverzekeraars
Daarnaast ziet hij dat mensen gezondheid vaak vertalen in ziektes en dan niet meer kijken naar hun eigen rol en verantwoordelijkheid. “Voor een operatie staan mensen opener voor het kritisch kijken naar hun eigen keuzes. Hierdoor kun je eenvoudiger het gesprek over bijvoorbeeld bewegen en gezonde voeding aangaan.”
De programmamanager – tevens lector ‘Functioneren en participeren rondom ziekenhuisopnames’ bij Hanzehogeschool Groningen – ziet in de cultuurverandering ook een rol weggelegd voor zorgverzekeraars als Univé. “Hoe zorgen we dat ook preventieve zorg gefinancierd wordt? En wanneer wel en wanneer niet? We moeten die dialoog samen aangaan en met elkaar de kaders schetsen. Zo creëren we een ecosysteem waar ook zorgverzekeraars onderdeel van zijn.”